Veen wordt te nat
In de Veenweidevisie 2021-2030 wordt voorgesteld om in het veenweidegebied de drooglegging van de bodem te verminderen tot 40 centimeter. Onderzocht wordt welke effecten dit zal hebben.
Het Achtergronddocument meldt hierover in par. 3.3 :
“Bodemdaling
Door een hogere grondwaterstand, dus minder ontwatering, zal het veen minder oxideren en daardoor zal de bodem minder dalen. Voor veen met een dikte van meer dan 80 cm zonder een kleidek is bij een waterpeil van 90 cm beneden maaiveld uitgegaan van een bodemdaling van 17 mm/jaar. Als er sprake is van een kleidek is uitgegaan van 11 mm/jaar. Voor een dun veenpakket is uitgegaan van 12 mm en voor moerige gronden 5 mm. De meeste vermindering van bodemdaling is de bereiken bij dik veen zonder kleidek en de minste bij moerige gronden. De mate van vermindering hangt nauw samen met de mate van vernatting van het veen. In het programma is uitgegaan van een gemiddelde beperking van de bodemdaling met 2 mm per jaar.”
Onduidelijk blijft waarop deze uitgangspunten zijn gebaseerd, maar als de beperking van de bodemdaling inderdaad niet meer bedraagt dan 2 mm per jaar dan betekent dit dat de voorgestelde maatregelen nauwelijks effect zullen hebben. De huidige maaivelddaling van 11-17 mm per jaar zou ten koste van grote investeringen en veel ongerief worden verminderd tot 9-15 mm per jaar, wat in de praktijk nauwelijks verschil zal maken.
Het beperken van de drooglegging tot 40 cm zal van grote invloed zijn op de mogelijkheden om in het gebied op een doelmatige manier de landbouw te bedrijven. Hiermee is in het gebied Wieden – Weerribben – Rottige Meenthe veel ervaring opgedaan.
Er wordt daar uitsluitend met klein materieel gewerkt en transport gaat zoveel mogelijk over water. Dit maakt hedendaagse landbouw vrijwel onmogelijk.
